Inhoudsopgave

De Bijbel alleen

De bijbel, ook wel de Schrift genoemd, is het geschreven woord van God. De Bijbel is de schriftelijke openbaring van Gods wil. Het is de standaard voor alles in het leven hier op aarde. Alhoewel de wereld snel veranderd, veranderd God niet.

Jezus zei:

Mattheus 24:35
35 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan.

Buiten de bijbel zijn er geen authentieke woorden van Jezus óf van een apostel van Jezus bekend binnen de wereldweide Christelijke gemeenschap.

Alles is verwerkt in het Nieuwe Testament. Elk boek in het nieuwe testament is geschreven door een discipel van Jezus.

In de bijbel schreef de apostel Paulus naar Timothy dat heel de Schrift door God is ingegeven, oftewel geïnspireerd is.

2 Timotheüs 3:15-17
15 en u van jongs af de heilige Schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof dat in Christus Jezus is.
16 Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid,
17 opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.

Er staat geschreven

Vlak voordat Jezus in zijn bediening stapte werd Hij getest door de duivel. Bij elk verweer tegen de duivel sprak Hij “Er staat geschreven”.

Dit toont hoe hoog Jezus het woord van God ziet.

Mattheüs 4:1-11
1 Daarna werd Jezus door de Geest meegevoerd naar de woestijn om door de duivel op de proef gesteld te worden.
2 Nadat hij veertig dagen en veertig nachten had gevast, had hij grote honger.
3 Nu kwam de beproever naar hem toe en zei: ‘Als u de Zoon van God bent, beveel dan die stenen in broden te veranderen.’
4 Maar Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.”’
5 Vervolgens nam de duivel hem mee naar de heilige stad en zette hem op het hoogste punt van de tempel.
6 Hij zei tegen hem: ‘Als u de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: “Zijn engelen zal hij opdracht geven om u op hun handen te dragen, zodat u uw voet niet zult stoten aan een steen.”’
7 Jezus antwoordde: ‘Er staat ook geschreven: “Stel de Heer, uw God, niet op de proef.”’
8 De duivel nam hem opnieuw mee, nu naar een zeer hoge berg. Hij toonde hem alle koninkrijken van de wereld in al hun pracht
9 en zei: ‘Dit alles zal ik u geven als u voor mij neervalt en mij aanbidt.’
10 Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: “Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen hem.”’
11 Daarna liet de duivel hem met rust, en meteen kwamen er engelen om voor hem te zorgen.

Jezus toetsten de Farizeeën regelmatig met het oude testament als standaard en als het woord van God.

Dit is bijvoorbeeld te lezen in Mattheus 22:

Mattheüs 22:29-32
29 Jezus gaf hun ten antwoord: ‘U dwaalt, blijkbaar kent u de Schriften niet, en de macht van God evenmin!
30 Want bij de opstanding trouwen de mensen niet en worden ze niet uitgehuwelijkt, ze zijn dan als engelen in de hemel.
31 Hebt u niet gelezen wat God u over de opstanding van de doden heeft gezegd? Dit is wat hij zei:
32 “Ik ben de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.” Hij is geen God van doden, maar van levenden.’

Jezus verwijt de Farizeeën hier dat ze de Schrift niet goed kennen en Hij houd ze verantwoordelijk voor woorden die 1400 jaar voor hun tijd geschreven waren alsof God zelf tegen hun sprak.

In een andere discussie met de Farizeeën in Johannes 10 zegt Jezus in een argument dat de Schrift niet gebroken kan worden:

Johannes 10:35
35 Als Hij hen goden genoemd heeft, tot wie het woord Gods gekomen is, en de Schrift niet kan gebroken worden,

Tradities

In nog een ander gesprek wijst Jezus de Joodse schriftgeleerden en Farizeeën er op dat ze hun tradities verkiezen boven het woord van God.

Markus 7:5-13
5 toen vroegen de Farizeeën en de schriftgeleerden hem: ‘Waarom houden uw leerlingen zich niet aan de tradities van onze voorouders en eten ze hun brood met onreine handen?’
6 Maar hij antwoordde: ‘Wat is de profetie van Jesaja toch toepasselijk op huichelaars als u! Er staat immers geschreven: “Dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is ver van mij;
7 tevergeefs vereren ze mij, want ze onderwijzen hun eigen leer, voorschriften van mensen.”
8 De geboden van God geeft u op, maar aan tradities van mensen houdt u vast.’

9 En hij vervolgde: ‘Mooi is dat, hoe u Gods geboden ongeldig maakt om uw eigen tradities overeind te houden!
10 Heeft Mozes niet gezegd: “Toon eerbied voor uw vader en uw moeder”, en ook: “Wie zijn vader of moeder vervloekt, moet ter dood gebracht worden”?
11 Maar u leert dat iemand tegen zijn vader of moeder mag zeggen: “Alles wat van mij is en voor u van nut had kunnen zijn is korban”’ (wat ‘offergave’ betekent),
12 ‘waarmee u hem niet toestaat nog iets voor zijn vader of moeder te doen,
13 en zo ontkracht u het woord van God door de tradities die u doorgeeft; en u doet nog veel meer van dit soort dingen.’

Het is belangrijk om te begrijpen dat Jezus heel goed wist dat deze mensen geloofden dat deze “korban” regel een goddelijke traditie was, terwijl het oraal is doorgegeven is van mens tot mens, buiten de Schrift om.

Jezus wees de traditie af en beschuldigd ze van het ontkrachten van het geschreven woord van God (de Schrift).